zondag, maart 08, 2015

150225 Jan en Maria

Vorige week een bijeenkomst van mijn poƫziegroepje. We komen maandelijks bijeen en presenteren dan ieder een zelfgekozen gedicht. Mijn keuze gisteren was het gedicht "Zo meen ik dat ook jij bent" van Jan Hanlo. De gebruikelijke manier van presenteren is voorlezen maar vanwege het verhaal dat ik wilde vertellen heb ik deze keer gekozen voor een filmpje. Centrale vraag daarin is: Heeft mijn moeder nou wel of niet gescharreld met Hanlo?" Het antwoord op die vraag is al lang in diverse graven meegenomen maar als ik me de manier herinner waarop mijn moeder over Jan sprak en het gegiebel en de plagerige opmerkingen van mijn tantes (met name van Sepha en Leonie) is er wel enige aanleiding voor speculatie.





Zo meen ik dat ook jij bent



zoals de koelte 's nachts langs lelies

en langs rozen 

als wit koraal en parels diep in zee 

zoals wat schoon is rustig schuilt 

maar straalt wanneer ik schouwen wil 

zo meen ik dat ook jij bent 



als melk 

als leem 

en 't bleke rood van vaal gesteent 

of porselein 

zoals wat ver is en gering 

lang vergeten voor het oud is 



zoals een waskaars en een koekoek 

en een oud boek en een glimlach 

en wat onverwacht en zacht is en het eerste 

en wat schuchter is en verlangend en vrijgevig 

gaaf maar broos is 

zo meen ik dat ook jij bent 



uit: Gedichten, Amsterdam 1958