Onlangs verscheen er in het AD een artikel dat me deed denken aan het volgende verhaal:
Een Chinees, een Rus en een Helmonder zitten tijdens een vakantie samen in de kroeg. Plots zegt de Chinees: "Wij hebben een onderzeeër die zonder problemen op de bodem van de diepste oceaantrog kan liggen". "Ach" zegt de Rus, "Da's nog niks, wij hebben een raket die helemaal tot aan de zon vliegt en onbeschadigd weer terugkomt". "Das nog niks" zegt de Helmonder, "Ik heb 'nen búrman en die hi 'ne lul, doar kenne wel zeuve krèie op zitte."
"Dat bestaat niet!" roepen de Chinees en de Rus in koor, "Je overdrijft". "Túrluk" zegt de Helmonder "mer dè doede gallie toch ôk?"
"Ja" zegt de Chinees, "die onderzeeër van ons komt maar tot vijf kilometer diep, als hij nog dieper gaat wordt hij in elkaar gedrukt". De Rus zegt dan "Ik zal het maar toegeven, die raket van ons komt niet eens halverwege de zon want anders verbrandt ie". Tot slot zegt de Helmonder "Ik heb ôk 'n bietje overdrìve; die zeuvende krei zit ôk nie alt ève hendig."
Ik heb het verhaal rond 1973 - vermoedelijk tijdens Engelse les - gehoord van Ad van Duijnhoven, klasgenoot op het Carolus Borromeus College in Helmond.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten